Hij zei niets. At niets. Maakte geen contact. Met niemand van ons, wat we ook probeerden. Continue oordopjes in. Zich van ons wegdraaien. Ons negeren.

En dan?
Laten we de patiënt voor het gemak Teun noemen. Teun was gedwongen bij ons opgenomen. De verwijzer vond dat Teun psychotisch was, dat hij zorg nodig had. Teun dacht daar anders over. En wij? Wij wisten het niet. Want Teun zei niets. Teun had in het verleden werk, een gezin, een huis en een kindje. Nu was hij dakloos. Het enige wat hij zei als we daarnaar vroegen was dat hij dat fijn vond. Meer vertelde Teun ons niet. Hij reageerde niet als we de namen van zijn ex-partner en van zijn kindje noemden en vroegen of hij hen mistte.

Het team was verdeeld. Een deel vond dat er niets met Teun aan de hand was, je mag er toch voor kiezen om op straat te leven? Een ander deel vond het op zijn minst opmerkelijk en raar dat Teun in korte tijd alles verloren had. De rechter had besloten dat Teun een paar maanden bij ons moest blijven. Moesten we tegen de rechter gaan zeggen dat we Teun eerder weg zouden sturen? Of moesten we hem toch nog maar even wat langer observeren?

Teun at niet van het eten van de afdeling. Elke dag eten de patiënten samen en krijgen ze eten van de instelling. Over de kwaliteit daarvan kun je een hoop zeggen, maar slecht is het niet. Teun weigerde. Hij weigerde ook uit de kraan te drinken. Een aantal keer zijn collega’s uit het team met Teun boodschappen gaan doen. Want ja, mensen laten verhongeren binnen een instelling. Dat kan natuurlijk niet. Of toch wel?
We vonden een brief ver verstopt in de krochten van het dossier, Teun bleek eerder in een ander land opgenomen te zijn geweest. Toen was hij in korte tijd ook alles verloren, maakte hij ook geen contact. En verbeterde dat met medicatie. Was dat nu weer aan de hand? Teun wilde geen medicatie. Teun wilde weg. Maar hij hield zich wel aan de afspraken, weglopen deed hij niet.

Is geen contact maken en in korte tijd alles verliezen genoeg om iemand tegen zijn zin medicatie te geven? Is die brief genoeg onderbouwing om dat te rechtvaardigen? Het team was verdeeld. Een van de psychiaters (laten we deze Bas noemen) was overtuigd dat Teun psychotisch was. De andere (laten we haar Karin noemen) niet. Het verpleegkundig team zag het ook niet. En ik? Ik zag het ook niet, maar vond het gedrag van Teun te bijzonder om te zeggen dat er niets met hem aan de hand was. Maar was er genoeg reden om iemand dwangmedicatie te geven?
Er kwam een tussenoplossing. Proberen Teun uit de tent te lokken door geen boodschappen met hem te gaan doen. Na een aantal dagen werd hij boos, probeerde hij een ruit in te slaan. Dat mislukte. Tenminste, het raam was wel gebarsten en moest vervangen worden. Maar Teun kon niet weg.
Dwangmedicatie werd aangevraagd. Een onafhankelijk psychiater zat met hetzelfde dilemma als het team. Wel? Niet? Wel? Of toch maar niet? Geen idee. Het werd een wel. Bas vertelde Teun dat hij tegen zijn zin medicatie zou krijgen, omdat Bas dacht dat hij een psychose had. Bas koos ervoor om de ‘bad cop’ te zijn. De persoon voor de patiënt de ‘schuldige’ zou zijn. Ook omdat Bas daarna een paar weken vakantie had, dus mocht Teun boos worden, dan bleef iedereen veilig. Hoopten we. We kenden Teun niet. En Teun was niet een klein iel mannetje.

Na een week probeerden Karin en ik of Teun een gesprek met ons aan wilde gaan. De verpleegkundige zou hem halen. We hadden verwacht dat hij niet mee zou komen en niet met ons wilde praten als we daarna naar hem gingen. Dat was namelijk de weken ervoor zo geweest. Maar binnen een paar minuten zat hij bij ons in de gesprekskamer. En hij praatte. Een half uur lang. Toen Teun weer uit de kamer was keken we elkaar met grote ogen aan. Teun was naar ons toegekomen. En hij had gepraat. Had die Bas dan toch gelijk? Teun bleek wel degelijk psychotisch te zijn. Bas had gelijk gehad.
De week erna kwam Teun weer makkelijk mee voor een gesprek. Teun was boos. Vooral op Bas die ervoor gezorgd had dat hij medicatie moest nemen. Heel boos. Zo boos dat hij dreigde Bas aan te vallen. Want ook in de vakantie van Bas heeft Teun medicatie moeten nemen. Waarbij het team als Teun moeilijk deed altijd kon zeggen “ik heb het niet besloten, moest van Bas”. Die strategie zorgt er vaak voor dat patiënten nog wel contact durven maken met anderen uit het team. Want er is maar 1 persoon ‘slecht’, de rest blijft goed. Dit wordt vooral gebruikt bij patiënten die tegen hun zin zijn opgenomen “moest van de rechter, ik kan er ook niets aan doen”.
Karin en ik probeerden of we de boosheid wat konden verminderen. Of we hem konden laten inzien dat als hij naar zijn boosheid zou handelen hij verder in de problemen zou komen. Want dan had hij niet alleen psychiatrisch een probleem, maar ook met justitie. Teun bleef boos. Heel boos. Justitie boeide hem niet. Wraak nemen op Bas was belangrijker.
Bas zou een paar dagen daarna terugkomen van vakantie. Bas wist van niets. Dus wij (ik, Karin en de rest van het team) zaten met het probleem dat ook Bas veilig naar zijn werk moest kunnen. Moesten we hem in zijn vakantie bellen om hem te waarschuwen voor Bas? Of moesten we hopen dat we Bas op zijn eerste dag na de vakantie snel in konden lichten? Of zouden we kunnen hopen dat Teun het vooral als dreigement bedoelde en het niet in daden om zou zetten? Wat doe je ermee? Twijfels, twijfels, twijfels.

Gelukkig kon Teun voordat Bas weer aan het werk ging naar een andere afdeling. Probleem voor zover opgelost.

Wat vind ik van Teun en van het dilemma? Ik snap Karin dat zij van mening was dat er met Teun niets aan de hand was. Zo op het eerste gezicht deed hij geen opvallende dingen. Hij negeerde ons. Maar ergens is dat ook niet heel gek. Je wordt van straat gehaald en op een afdeling neergezet waar je niet wilt zijn. Dus ergens best logisch dat je dan denkt “bekijk het, ik praat niet met jullie”. Maar ik snap Bas ook. Want niet praten oké, maar met ons eten was (en is) niets mis. En die brief kwam akelig overeen met het beeld dat wij zagen.

Het niet willen eten, was dat puur afkeer tegen opname? Of was dat vanuit achterdocht, wantrouwen of angst? Was dat dus vanuit een ‘te begrijpen’ iets, waar geen behandeling voor nodig was. Of vanuit iets wat wel behandeling vraagt.

En wat zou ik gedaan hebben als ik de psychiater was die de keus moest maken. Het verpleegkundig team steunde grotendeels de mening van Karin. Had ik gedurfd mijn nek uit te steken zoals Bas deed? Met alle risico’s van dien. Heel eerlijk. Ik weet het niet. Op dat moment was ik wel van mening dat hij behandeling verdiende. Maar of ik de stap naar dwangbehandeling had gezet? Het is nogal wat om iemand tegen zijn zin medicatie te geven. Ik kan me indenken dat ik hem had laten gaan, in de hoop dat het beeld verder zou verslechteren en ik niet hoefde praten als Brugman om dwangmedicatie erdoor te krijgen. Of het toch zou verbeteren en behandeling überhaupt niet nodig was. Was dat goede zorg geweest? Misschien wel, misschien ook niet.

Ik ben blij dat casussen als dit niet elke dag voorkomen. Het zou het werk behalve uitermate boeiend, ook een stuk lastiger maken. De afweging tussen goede zorg leveren en integriteit van de patiënt bewaken. Waar ligt de grens? Wanneer mag je die over? En bij elke casus liggen de antwoorden anders.

Dit verhaal is gebaseerd op waargebeurde ervaringen, maar alle benamingen zijn fictief. Alle overeenkomsten met bestaande personen, plaatsen en gebeurtenissen in dit verhaal berusten op louter toeval.

Meer meer meer:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.