Heel eerlijk, het antwoord op die vraag weet ik vaak ook niet. Wat ik doe komt ook vooral in de buurt van “ik doe maar wat en hoop op het beste”.
We wonen nu 2 jaar in dit huis en hebben best wel wat dingen veranderd. Maar ook best nog een hoop plannen met dit huis. Soms wat grotere dingen (een tuinhuis), soms wat kleinere dingen. En soms is het ook gewoon een “we moeten daar nog opruimen”.
Dat schijnt ook te horen bij een huis “je bent nooit klaar”.
En op zich is het hebben van een to-do lijst niet erg. Want iedereen weet dat er meestal geen deadline is, en bijna iedereen kan wel een rommelruimte in huis gedogen voor kortere of langere tijd. Zo was het lange tijd bij ons ook. De garage bijvoorbeeld is onze rommelruimte en we willen dat al tijden veranderen, maar we hebben dat ook al tijden redelijk onderaan het lijstje staan.
Wat er nu wel veranderd is, is dat er een kleine aankomt. Dat levert én meer dingen op het to-do lijstje op (kinderkamer) én ook gelijk voor sommige dingen een deadline bv diezelfde kinderkamer, maar ook een half af tuinhuisje.
Dit is dus ook het punt dat het lastig wordt. Er is meer te doen. En in gevoelsmatig minder tijd. Los van dat ik in de loop der tijd toch steeds wat minder kan (of mag) in verband met de zwangerschap. Het dak van het tuinhuis op om daar te helpen, mocht ik bijvoorbeeld een paar maanden geleden nog wel, maar ik betwijfel of mijn partner dat nu nog zo’n goed plan vind.
Zo heb ik op dit moment fotografie even los gelaten. Ik heb er simpelweg de tijd / energie niet voor. Ik moet al een maand nog foto’s bekijken van iets medio januari. Nou is de opdrachtgever familie, maar ook die kunnen (terecht) ongeduldig worden.
Nieuwe opdrachten neem ik nu dus ook niet aan. Gelukkig liep het toch geen storm en heb ik sowieso nauwelijks opdrachten, dus daar veranderd niet veel aan. Maar mocht er de komende weken een vraag komen voor een shoot op korte termijn, ik vrees dat het antwoord ‘nee’ gaat zijn.
Want ik kan best in een weekend een kinderkamer uitzoeken. Lopen schuiven met planken om een indeling te verzinnen en ondertussen boodschappen doen enz, maar ergens betaal ik wel de prijs.
Voor nu accepteer ik maar dat ik ’s avonds en ik het weekend actiever ben en dat ik overdag doordeweeks vooral aan het rusten ben. Veel klusjes en dingen doen we namelijk samen, en mijn partner werkt doordeweeks gewoon, dus zijn werktijd is mijn rusttijd.
Hoe ik hier verder mee omga? Proberen te accepteren dat niet alles lukt. Soms proberen toch wat te doen en dan maar te accepteren dat de rusttijd wat harder nodig is dan op andere momenten.
Natuurlijk vragen we ook om hulp bij bepaalde zaken. Maar niet bij alles kun je om hulp vragen. Spullen uitzoeken die weg kunnen of die bewaard mogen, dat doe ik toch echt liever zelf. Die spullen vervolgens opruimen, doe ik ook liever zelf.
En sommige dingen zijn ook gewoon leuker om zelf te doen. De muur van de kinderkamer verven. Die kamer inrichten, de kleertjes in de kast leggen.
Sommige dingen zijn ook alleen mentale to-do’s. Dingen die wel gedaan moeten worden, maar die worden uitbesteedt aan vaklui. Bijvoorbeeld een trap opnieuw lakken (waarbij de leuning allerlei bochten en leuke versiersels heeft die ik echt niet zelf opnieuw wilde doen), wat scheuren in de gevel herstellen en opnieuw voegen.
Dat kost mij nauwelijks tijd. Maar het kost wel mentaal werk, het overleg met de vakmensen. Het plannen daarvan. De beslissingen die eventueel genomen moeten worden. Daarvan hebben we nu synchroon meerdere projectjes tegelijk lopen. Deels omdat het gewoon echt moest (die scheuren in de gevel), deels omdat dat voor de bevalling handig was.
En zo krijg je met alleen regelzaken en to-do’s toch best rap je tijd om. Ik in ieder geval wel. Maar als iemand me dan vraagt “wat doe jij eigenlijk de hele dag”, dan sta ik even met mijn mond vol tanden. Misschien moet ik voortaan maar als antwoord geven “de praktische en mentale kant van het regelen van het huishouden en het managen van alle andere taken die ook nog gedaan moeten worden”.
Om overigens terug te komen op de vraag in de titel. Ik kom niet veel dichterbij een antwoord dan “ik doe ook maar wat”.