In het vorige blog heb ik het kort even gehad over de ondersteuning die onze dochter kreeg, onder andere dat ze via de sonde voeding kreeg. Toen was ze aan het leren om uit de fles te drinken, ondertussen zijn we 2 weken verder en heeft ze dat trucje goed door.
Ook het ademen gaat ondertussen goed, dus dat betekent ook dat we nu ‘gewoon’ als gezin thuis zijn. Echter helemaal gewoon is het niet. Want vaak hoor je van baby’s dat ze te gulzig drinken. Onze dochter heeft echter op dat vlak nog wel last van dat ze prematuur geboren is. Ze ziet er ondertussen als een gewone pasgeboren baby uit, maar haar systeem is dat nog niet volledig.
Het schijnt redelijk typisch te zijn dat prematuurtjes niet goed weten welke kant ze op moeten persen om de ontlasting eruit te werken. Dus ze kunnen heel hard werken om zachte ontlasting naar de uitgang te duwen. Niet omdat ze niet goed kunnen duwen, maar omdat ze nog wel eens de verkeerde kant op duwen, of beide kanten op. Onze dochter kan ontzettend lopen persen en rood aanlopen kan ze als de beste. Je zou dan zeggen “die luier zit goed vol”, echter is dat meestal niet het geval. Uiteindelijk leren premature baby’s wel welke kant ze op moeten duwen, ga ik toch vanuit, maar dat betekent ook dat ze de neiging hebben om voeding omhoog eruit te duwen. Zo ook onze dochter.
Wat kan helpen om dit wat te voorkomen is de voeding indikken. Want als het dikker wordt, kan het er ook minder makkelijk uit en heeft ze minder last van reflux (het omhoog komen van voeding). Reflux kan ook weer zorgen voor prikkeling van een bepaalde zenuw die langs de slokdarm loopt. Die prikkeling kan vervolgens weer zorgen voor het minder goed ademen en een hartslag die even tijdelijk wat trager is.
Volwassenen hebben overigens ook wel eens last van prikkeling van die zenuw, alleen krijgen wij net iets andere klachten (bleek worden, zweten, licht in het hoofd), en is de trigger vaak net wat anders.
Dus je zou zeggen indikken is win-win. En minder prikkeling van die zenuw en ze houdt de voeding gewoon binnen. Dat klopt tot op zekere hoogte. Want je moet die ingedikte voeding er wel ook in krijgen. En daar zit nu juist de uitdaging.
Als de melk nog warm is, dan is het nog redelijk goed vloeibaar en krijgt ze het wel uit de speen gezogen. Maar hoe verder het afkoelt, hoe meer het indikt. Tot het uiteindelijk eerder de consistentie van behangplaksel heeft dan dat het nog waterig is. En je kunt je best voorstellen dat door een kleine speen, zo’n papje bijna niet meer eruit te zuigen is.
In het ziekenhuis kreeg ze half/half. Half moedermelk en daarna half kunstvoeding (dit omdat ik niet genoeg moedermelk had/heb) en voor het ziekenhuis is 2 flesjes warm zetten en warm houden een kleine moeite. Thuis is dit wat omslachtiger. Dus we probeerden of we 1 fles konden maken en dan om en om een voeding volledig kunstvoeding en daarna een voeding moedermelk (of meer flessen moedermelk als de productie dit toelaat). Waar je dan echter tegenaan loopt is dat als je over de helft van de fles raakt het toch echt begint af te koelen en het dikker begint te worden.
We merken dus dat (zeker als ze een paar keer moet boeren tussendoor) ze met moeite de flessen leeg krijgt. Dit frustreert. Ons, als ouders. Maar mogelijk onze dochter ook. Meestal is ze een tevreden baby, maar soms hebben we toch het idee dat ze na de fles nog trek heeft. Is het dan alleen zuigbehoefte? Of had ze best nog een paar slokken gewild, maar kreeg ze het er niet uit?
Moeten we dan toch terug naar half/half. Of het nou per voeding half kunst/half moedermelk is. Of wel de hele fles dezelfde inhoud, maar het indikkingsmiddel half/half toevoegen. Dat je de tweede helft warm houdt tot deel 1 op is en dan pas het indikkingsmiddel toevoegt.
Een andere optie om te proberen is een bak warm water naast je zetten, dat je die gebruikt om bij boerpauzes de fles warm te houden.
Dit is iets wat we de komende periode gaan uitzoeken. Wat werkt voor ons en voor onze dochter.
Uiteindelijk zal ooit het indikken minder worden ga ik vanuit. Alleen is het nu niet aan ons als ouders om daar de stappen snel in te zetten. Ze heeft dat indikken niet voor de lol. En stiekem geven we het al iets minder dan wat ze kreeg de laatste dagen in het ziekenhuis.
Gelukkig zijn er ook in de thuis situatie nog hulpverleners betrokken bij haar, waaronder het premature nazorg bureau (een soort aanvulling / vervanging van het reguliere consultatie bureau vermoed ik, met meer expertise bij prematuren). Ook mogen we nog steeds de afdeling neonatologie bellen waar ze haar kennen (van hen ook het advies terug te gaan naar half/half of de warme bak water te proberen).
Verder is het heel fijn om eindelijk als gezin thuis te zijn. De impact van de lange ziekenhuis opname kom ik waarschijnlijk in een later blog nog wel op terug.
Frequentie van blogs probeer ik weer naar wekelijks te brengen, maar de kans is groter dan het om de week zal worden, met soms ineens toch een keer extra. Iets met afleiding en een nieuw ritme zoeken 😉
Foto’s van dochterlief delen we overigens bewust niet online, dus voor de verpleegkundigen van het ziekenhuis die mijn blog gevonden hebben, mail me gerust als je toch af en toe een foto wil zien 😉